Hardenberg (Nedersaksisch: Hardenbarg of Haddenbarreg) ligt aan de Overijsselse Vecht in de provincie Overijssel. In Hardenberg staat het gemeentehuis van de gelijknamige gemeente die na de gemeentelijke herindeling van 2001 ontstaan is uit de gemeenten Hardenberg (in 1941 ontstaan uit de gemeenten Stad Hardenberg en Ambt Hardenberg), Avereest en Gramsbergen…

Aanvankelijk lag dicht bij de plaats waar nu Hardenberg ligt, de nederzetting Nijenstede. Naast deze nederzetting werd een bisschoppelijk kasteel op de Herdenberch gebouwd. De bewoning van Nijenstede verplaatste zich geleidelijk naar het gebied rond en met name binnen de vesting. De burcht op de Herdenberch werd rond 1230 ommuurd door bisschop Willebrand van Oldenburg. Deze muur liet hij bouwen als reactie op de nederlaag van zijn voorganger Otto von Lippe bij de slag bij Ane in 1227 tegen opstandige Drenten onder leiding van Rudolf van Coevorden.
In 1362 verplaatste de Utrechtse bisschop Jan van Arkel de stadsrechten van Nijenstede naar Hardenberg. Hier werd vervolgens de Stephanuskerk gebouwd, die de kerk in Nijenstede moest vervangen. Het kerkhof van Nijenstede bleef echter wel in gebruik als de begraafplaats voor de bewoners van Hardenberg.Bisschop Floris van Wevelinkhoven laat in 1386 het kasteel verder versterken en verfraaien. Hij verblijft veel in het kasteel en overlijdt er in 1393.
In 1497 wordt Hardenberg door een grote stadsbrand verwoest. In 1518 laat Filips van Bourgondië, bisschop van Utrecht, het kasteel ontmantelen. Ook de stadsmuur wordt gesloopt. Restanten ervan zijn aan het eind van de jaren ’50 van de 20e eeuw gevonden en een fragment ervan is vervolgens gereconstrueerd. Op de plaats waar destijds het kasteel stond, werd aan het eind van de 19e eeuw een kerk gebouwd, de Höftekerk. Deze naam verwijst naar het bisschoppelijke hof of (versterkte) hofstede.

Slag op de Hardenbergerheide, 17 juni 1580, Frans Hogenberg.
In de tijd van het Hanzeverbond, tot ca. 1500, waren er in Overijssel Hanzesteden als Kampen, Zwolle, Oldenzaal en Deventer. Deze zogeheten Gemeene of Principaalsteden zochten contact met kleinere steden en dorpen in hun achterland. In Overijssel was een groot aantal van deze Bijsteden aan een van de grote IJsselsteden gelieerd. Zo was de stad Hardenberg door de ligging aan de Vecht verbonden met Zwolle. Hardenberg had waarschijnlijk niet meer dan landbouwproducten te bieden. Hardenberg is tot in de twintigste eeuw een sterk agrarische plaats gebleven. Alleen de scheepvaart over de Overijsselse Vecht met zompen was een economische activiteit van belang.

De opbouw van het oorspronkelijke stadje was die van een voorstraatdorp. Deze straat loopt vanaf de brug over de Vecht, langs de Stephanuskerk verder naar het oosten. Eerder lag er parallel aan deze straat ook een achterstraat, die de meeste voorstraatdorpen kennen, maar doordat er een huizenblok is verwijderd is dit nu een plein geworden. De voorstraat is tegenwoordig de belangrijkste winkelstraat van Hardenberg.Hardenberg staat ook bekend als ‘Klepperstad’. In vroeger tijden was er een zogenaamde Klepperman aangesteld, een soort nachtwacht. Deze riep ’s avonds met een klepper de tijd om en controleerde op eventueel brandgevaar. 8 mei 1708 is hier een voorbeeld van, toen, na een ‘foutje’ van Aaltje Kraak, Hardenberg bijna volledig afbrandde. Bij de wederopbouw in 1708 werden de overwegend houten huisjes vervangen door stenen woningen.

Zicht vanuit het Vechtdal

Vanaf de 20e eeuw
In de naoorlogse jaren is het centrum van Hardenberg gemoderniseerd waardoor het oorspronkelijke karakter grotendeels verloren is gegaan. De stad Hardenberg is de afgelopen jaren een metamorfose ingegaan door een stadsvernieuwing.  Het centrum is op grote schaal vernieuwd. Een groot aantal nieuwe winkels en appartementen rond het marktplein is in 2008 gereed gekomen. Ook is er een nieuw gemeentehuis gebouwd in een nieuw aan te leggen park. De verkeersinfrastructuur van Hardenberg wordt in de komende jaren  verder verbeterd.

Naar boven